Kunst van Den Hoorn, nr. 4 - Cornelis PronkDeze keer een afbeelding die toegeschreven kan worden aan Cornelis Pronk (1691-1759). De kunstenaar woonde zijn gehele leven in Amsterdam. Hij is vooral bekend geworden door zijn opmerkelijk nauwkeurige topografische tekeningen uit de eerste helft van de achttiende eeuw. Hiervoor reisde hij het land door, al dan niet in gezelschap van anderen, en maakte ter plaatse schetsen. Enkele schetsboekjes van hem zijn bewaard gebleven, andere zijn uit elkaar gehaald en verspreid over collecties. Dit geldt ook voor zijn definitieve tekeningen. De afgebeelde tekening van Den Hoorn bevond zich in het Gemeentearchief van 's Gravenhage, voordat deze via het Venduehuis in deze stad werd verkocht. Inmiddels bevindt deze tekening zich in een particuliere collectie. De tekeningen van Pronk werden vaak overgezet in gravures en opgenomen in publicaties over de steden en dorpen van Holland. De kunstenaar maakte zijn schets van Den Hoorn op de locatie van de huidige brug 'de Bolle Kickert'. De vaart van Den Hoorn naar Delft droeg oorspronkelijk de naam 'Kickert' (spreektaal voor kikker). We kijken naar het toenmalige centrum van het dorp. De tekening moet na 1730 zijn gemaakt, het jaar waarin de molen op de achtergrond in opdracht van Jan Breur werd gebouwd. Dit was een houtzaagmolen die aan het begin van de Woudseweg stond, naast de locatie van de huidige 'Rijstuin' en bij de brug over de Lookwatering. De molen was een bovenkruier, een stellingmolen, die de naam 'Het Fortuyn' droeg. Op 5 oktober 1756 ontkwam de molen aan een grote dorpsbrand in Den Hoorn. De brand ontstond door broei in een hooiberg, tussen half drie en drie uur, dus onder kerktijd. Hierbij verbrandde nog twee andere hooibergen en zeven woningen, waaronder een bakkerij en een smederij. In 1775 werd de houtzaagmolen 'Het Fortuyn' met het huis, erf, twee loodsen en zeven schuiten verkocht aan Cornelis Breur, zoon van Jan Breur. Cornelis was gehuwd met Adriana Maria Ruysch, dochter van de predikant van 't Woudt. In 1864 volgde de sloop van de molen; op deze plaats kwam een wagenmakerij (later van Jan Loomans). Aan de rijweg van Delft stond de boerderij/herberg 'De Vergulde Roskam', later 'Zomerzorg' en nu 'Café Delfland'. Aan de Hoornsewal bevond zich een tweede herberg, op de plaats waar nu het Chinese restaurant is. In de zeventiende eeuw heette deze uitspanning 'De Swaen', later sprak men van 'Rechthuis', omdat het ambachts-/gemeentebestuur van Hof van Delft in de gelagkamer vergaderde, en ten slotte kreeg het pand de naam: 'Café Den Hoorn'. De laatste uitbater in de twintigste eeuw was hier Aad van Velzen. De dorpskern van Den Hoorn telde in de tijd van de tekening van Pronk slechts een beperkt aantal huizen, die voornamelijk werden bewoond door ambachtslieden en middenstanders. De familie Breur bezat het afgebeelde grote huis aan de rijweg van Den Hoorn, naast de Tanthofkade, dat later uitgroeide tot de buitenplaats 'Stilgenoegen'. Meer over Den Hoorn in het boek 'Twee gezichten van… Midden-Delfland', te koop bij Primera in Den Hoorn en in Museum Het Tramstation te Schipluiden. Jacques Moerman 12 december 2013 |